Het percentage therapietrouwe patiėnten per geneesmiddelgroep uitgesplitst naar geslacht, in 2007 t/m 2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

 

Orale antidiabetica (A10B)

man

93%

91%

91%

93%

93%

93%

93%

vrouw

93%

91%

91%

93%

93%

93%

93%

Middelen voor ADHD (N06BA)

man

64%

64%

63%

63%

62%

61%

59%

vrouw

63%

63%

62%

61%

59%

58%

57%

Bloedverdunners (B01AC)

man

91%

90%

90%

92%

93%

93%

93%

vrouw

91%

89%

90%

92%

93%

93%

93%

Diuretica (C03)

man

89%

88%

89%

91%

91%

92%

92%

vrouw

88%

87%

87%

90%

91%

91%

91%

Bčtablokkers (C07)

man

91%

89%

89%

92%

92%

92%

92%

vrouw

91%

89%

89%

92%

92%

92%

92%

Calciumantagonisten (C08)

man

92%

90%

90%

92%

92%

93%

93%

vrouw

91%

90%

90%

92%

92%

93%

93%

ACE-remmers en AII-antagonisten (C09)

man

92%

90%

91%

93%

93%

93%

93%

vrouw

92%

90%

91%

93%

93%

94%

93%

Cholesterolverlagers (C10)

man

87%

86%

87%

89%

90%

90%

90%

vrouw

87%

86%

87%

89%

90%

90%

90%

Onderhoudsmedicatie astma/COPD

man

60%

61%

64%

64%

64%

64%

64%

vrouw

60%

61%

64%

64%

64%

64%

64%

Antidepressiva (N06A)

man

76%

75%

75%

78%

79%

80%

81%

vrouw

77%

76%

76%

79%

80%

81%

82%

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SFK

 

 

 

 

 

 

 

 

 

¹ Iemand wordt als therapietrouw beschouwd als die persoon een therapietrouwratio van minimaal 80% heeft. Therapietrouwratio: afgeleverde hoeveelheid van het geneesmiddel, uitgedrukt in 'afgedekte dagen', gerelateerd aan aantal gebruiksdagen in een jaar (zie verder methode)