Achtergrond overeenstemming

Achtergrond overeenstemming en communicatie tussen zorgverlener en patiënt

Communicatie en overeenstemming over de behandeling is een belangrijk onderdeel van het goed gebruik van geneesmiddelen. Algemeen wordt aangenomen dat goede afstemming (of concordantie) tussen patiënt en zorgverlener de therapietrouw bevordert.
 

Patiënt centraal
De patiënt staat centraal in de zorg. En dus ook in de beleidsvisie op zorg. Van patiënten wordt verwacht dat ze een actievere rol vervullen: zij zijn medeverantwoordelijk voor de zorg voor hun ziekte. Patiënten hebben ondersteuning nodig om zelf die regie te kunnen voeren. Dit vraagt om een andere, coachende, rol van zorgverleners [1]. Goede communicatie en afstemming tussen patiënt en zorgverleners is belangrijk. Ook als het gaat om behandeling met geneesmiddelen.
 

Gezamenlijke besluitvorming
Gezamenlijke besluitvorming is: ‘Het proces van beslissen over preventie, screening, diagnostiek of behandeling door de zorgverlener samen met de patiënt’ (o.a. [2]). De gezamenlijke besluitvorming is vastgelegd in de Wet op geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO). Hierin zijn de rechten en plichten van zorgverleners én patiënten opgenomen. De zorgverlener is verplicht de patiënt te informeren over de verschillende behandelingsmogelijkheden. En wel zo dat deze een weloverwogen keuze kan maken over de beste behandeling. Maar ook de patiënt heeft plichten. Hij/zij moet de zorgverlener zo volledig mogelijk informeren, zodat deze op een verantwoorde wijze kan behandelen.
 

Gezamenlijke besluitvorming: landelijke initiatieven
In juni 2011 is een landelijk platform opgericht voor gezamenlijke besluitvorming: Dutch Platform for Shared Decision Making. Doel hiervan is het versterken van het samenwerkingsproces tussen mensen met een chronische aandoening en hun zorgverleners. Wat weer moet resulteren in de passende diagnostiek of behandeling. Ook de recentelijk ingevoerde zorgstandaarden benadrukken het belang van gezamenlijke besluitvorming. Een zorgstandaard geeft een heldere beschrijving van optimale zorg, en de organisatie ervan,  voor mensen met een chronische aandoening. De zorgstandaard help bij het goed vormgeven van de multidisciplinaire aanpak. Met een integrale benadering waarin de patiënt centraal staat. Meer informatie over de zorgstandaarden: www.zorgstandaarden.nl
 

Concordantie: gezamenlijke besluitvorming over geneesmiddelen
Bij therapietrouw wordt het proces van gezamenlijke besluitvorming vaak aangeduid met de term concordantie. De basis voor concordantie ligt in de spreekkamer. Daar ontmoeten zorgverlener en patiënt elkaar. Het is een plek waar beiden hun expertise inbrengen [3] om samen te komen tot de beste oplossingen voor de patiënt. In dit proces is een uitwisseling van informatie belangrijk. De zorgverlener geeft ‘evidence-based’ informatie over (het verloop van) de ziekte en doel en aard van een behandeling. De patiënt geeft weer informatie over de persoonlijke situatie en voorkeuren. Die uitwisseling van informatie over geneesmiddelen in de huisartsenspreekkamer gebeurt echter in beperkte mate, zo laat onderzoek van NIVEL en NPCF zien [4-6]. Huisartsen geven tijdgebrek op als reden hiervoor. Maar ook bekendheid met de patiënt. Dus wanneer de huisarts de patiënt kent, wordt vaker aangenomen dat deze therapietrouw is. Het NIVEL en de NPCF ontwikkelden samen verschillende handreikingen voor communicatie in de spreekkamer. Voor zowel patiënten als zorgverleners in de eerste lijn. Zo zijn er handreikingen voor het gesprek over cholesterolverlagers, geneesmiddelen voor depressie, voor astma/COPD en voor hoge bloeddruk.

Zelfmanagement en zorgstandaarden
Concordantie is een element binnen het ruimere concept zelfmanagement. Het ministerie van VWS omschrijft zelfmanagement als: ‘De patiënt komt zelf in actie en houdt de regie over zijn eigen leven. Hij zoekt oplossingen voor problemen en werkt samen met de zorgverleners.’ (zie: www.rijksoverheid.nl). In andere - bredere - definities gaat zelfmanagement ook over de gehele inrichting van het leven met een chronische ziekte [1]. Het toepassen van zelfmanagement veronderstelt dat de patiënt weet:
• wat de ziekte inhoudt,
• wat de behandelingen inhouden, waaronder medicijnbehandeling,
• wat de consequenties zijn van de ziekte,
• wat hij zelf kan en moet doen om de ziekte (complicaties) te voorkómen of beheersen.
Van zorgverleners wordt binnen de kaders van zelfmanagement een andere rol gevraagd: meer coachend en ondersteunend en gericht op afstemming met de patiënt. Ook de zorgstandaarden onderkennen het belang van zelfmanagement. Een essentieel onderdeel van zorgstandaarden zijn de individuele zorgplannen. Hierin staan afspraken tussen patiënten en zorgverleners over prioriteiten in de behandeling en de doelen en plannen voor de zorg. Ook worden taken en activiteiten binnen het zorgplan vastgelegd. Die zijn er voor zorgverleners én voor patiënten. Zorgverleners lijken nog niet goed voorbereid op hun nieuwe, coachende rol [1]. Ook is het de vraag of alle patiënten klaar zijn voor hun rol. 
 

Referenties:

  1. Ursum J, Rijken M, Heijmans M, Cardol M, Schellevis F. NIVEL Overzichtsstudies: Zorg voor chronisch zieken. Organisatie van zorg, zelfmanagement, zelfredzaamheid en participatie. Utrecht: NIVEL, 2011. [Full text]
  2. Wensing M, Baker R. Patient involvement in general practice care: a pragmatic framework. Eur J Gen Pract 2003;9:62-5. [PubMed]
  3. Klok T, Sulkers EJ, Kaptein AA, Duiverman EJ, Brand PLP. Therapietrouw bij chronisch zieken. Patiëntgerichte benadering is noodzakelijk. Ned. Tijdschrift Geneeskd, 2009, 153. [Full text]
  4. Van Bijnen E, Van Dulmen S. Een goed gesprek over geneesmiddelgebruik: determinanten vanuit het perspectief van de voorschrijver. Utrecht: NIVEL, 2010. [Full text]
  5. Prins M, Schoen T, Doggen C, Van Dijk L, Van Dulmen S. Het betrekken van het perspectief van patiënt en voorschrijver bij het verbeteren van de communicatie over geneesmiddelen en therapietrouw. Utrecht: NIVEL, 2008. [Full text]
  6. Vervloet M, Van Dijk L, Schoen T, Van Dulmen S. Het betrekken van perspectief van patiënt en voorschrijver bij het verbeteren van de communicatie over het (trouw) gebruik van cholesterolverlagers. Utrecht: NIVEL, 2009. [Full text]